Na twee nachten in Port Alberni gestaan te hebben, wat een beetje een troosteloze plaats was, zijn we doorgereden naar Ucluelet. De rit er heen over highway 4 was prachtig en stond volgens Erik’s achterneef Tamlyn ook aangeschreven als één van de mooiste wegen van Canada. Langs schitterende meren en vol met kronkelige bergpaadjes. Ucluelet zelf is leuk. Een klein plaatsje met een zee haventje en veel ruig volk. Op de een of andere manier precies wat je zou verwachten bij een kustplaats in Canada of zelfs Alaska. We hadden niks gereserveerd en moesten de eerste nacht op een veldje buiten de camping overnachten met nog wat andere “laatkomers” waar we werden begroet door twee overstekende herten. Het was een lange rit en we hadden zo’n honger dat we om 15u al pizza en friet naar binnen hebben zitten schranzen. Rechts van ons stond een vriendelijk Duits koppel die vertelde dat ze die nacht ervoor wolven hadden gehoord. Links stond een vriendelijk Canadese motormonteur die vroeg of hij even onze motoren mocht nalopen, maar natuurlijk, graag zelfs! Hij ontdekte iets te veel speling op Eriks gashendel en een klein olie lekje bij mijn motor. Toen we de olie controleerden bleek er inderdaad wat minder in te zitten maar het is niet zorgelijk. Ook mijn kilometer teller heeft het begeven maar gelukkig geeft de navigatie die ook aan. Slapen op dat veldje was niet echt relaxed want in zee lag een misthoorn/boei en die maakte de hele nacht geluid op het ritme van de golven, om de 15 sec, ideaal om te golfsurfen, minder om te slapen. De nacht daarna mochten we wel de camping op. En ook daar hebben we de eerste nacht niet geslapen. Ik weet niet wat het is met slapen in Canada maar ik geloof dat ik meer nachten wakker ben geweest door het één of het ander dan dat ik geslapen heb.
Kamperen in een tentje op Vancouver Island is sowieso nogal een ding. Er is nogal wat wildlife, naast de wolven zijn er cougars . En met een populatie van tussen de 8000 en 12000 zwarte beren moet je toch wel maatregelen nemen. In principe is er niks aan de hand, ze vallen je niet zomaar aan. Dat risico loop je alleen als je ze laat schrikken, tussen hen en hun cubs komt of tussen hun en eten. Als je in een camper slaapt is dat allemaal niet zo’n probleem maar voor ons betekend het dat al het eten uit de tent moet, en dat niet alleen, alles met een geurtje. Dus ook je insectenspray, tandpasta, en de multifuel brander want van brandstof houden ze ook(!?). Zelfs de kleren waarin je gekookt hebt mogen niet blijven of je schone afwas. Alles moet keurig in een berenkluis op de camping. Dat is best wel een georganiseer elke avond pffff! En wij zijn al zo netjes hihi.
Enfin.. de eerste nacht op de camping stonden we naast twee jongens die lekker aan het blowen waren. Ze waren de hele middag al aan het giechelen en de weedlucht was niet aan te slepen. Dat drugsgebruik is toch wel een dingetje hier. We worden ook regelmatig door mensen gewaarschuwd dat we de bagage van de motor moeten halen als we in een winkel staan omdat er veel “druggies” rondlopen. ’s Avonds werden de joints verruild voor paddo’s en ging het gezelschap weg voor een wandeling naar de liquor store om whiskey te halen. Ze lieten lekker alles op tafel liggen, borden met etensresten (niet zo beer proof) een al lege fles whiskey en een zak met drugs. Fijn op een familie camping met allemaal gezinnen met kleine kids. Het vuur lieten ze ook branden, vlak naast onze tent. Daar hebben we stiekem snel even een fles water overheen gegooid zodra ze weg waren hihi. Om 2u ’s nachts kwamen ze terug in gezelschap van nog een vriend en verbaasde zich er over dat het vuur uit was, het waaide immers toch niet? Zoals ze zelf al zeiden waren ze “high as a kite”. Vuur ging weer aan en het werd gezellig luidruchtig naast ons! Erik er heen om ze tot stilte te manen maar dat leverde niks op behalve dat ze daarna een hele tijd verontwaardigd over ons gingen roddelen. Toen ze begonnen over dat ze de volgende nacht LSD gingen gebruiken was de maat voor mij vol. De volgende ochtend rechtstreeks naar de receptie gestapt en ze erbij gelapt, De heren werden meteen van de camping verwijderd. Fijn! Eindelijk rust. Onze buurman aan de andere kant was juist weer heel leuk. Hij kampeerde daar met z’n drie kids en kwam regelmatig een praatje maken of ons wat lekkers brengen, een koud biertje precies op het juiste moment, toast met jam die over was en schalen met stukken watermeloen, nice! In ruil daarvoor zetten wij een extra kopje koffie. ‘s Avonds maakten we muziek op zijn verzoek en we hadden een kleine fan, de 3 jarige Micha uit Rusland stond ons al die tijd stomverbaasd aan te kijken met z’n stok met kleverige marshmallow onaangeroerd in z’n handje.
Die ochtend zijn we met de motor het Pacific Rim ingereden voor een kijkje in heb bezoekerscentrum met een tentoonstelling over de first nations people (indianen). De tentoonstelling stelde niet zo veel voor maar op de weg er heen zagen we twee zwarte beren aargh! Zo gaaf, vlak bij de weg, echt op een meter of 3 afstand. Ze waren zo mooi, helemaal diepzwart en verzonken in de bessenstruiken! We konden helaas geen foto maken. Zijn wel even gestopt om te kijken met de motor draaiend maar omdat je op de motor toch wat kwetsbaarder bent zijn we maar niet uitgebreid afgestapt om camera’s te pakken etc. Dus jullie moeten het maar voor waarheid aannemen! De dag werd nog leuker want diezelfde middag hebben we een whale watching tour gedaan. Eerst werden we in een enorm floating suit gehesen en vervolgens als een soort Michelin mannetjes de boot opgekwakt. Het was een zodiac en onze kapitein, een pittige jonge vrouw, scheurde met dat ding over de zee, we klapte van de ene op de ander golf en gordels waren geen overbodige luxe geweest haha. Het begon al goed want voor we de haven uit waren zagen we twee zeehonden, een volwassen en een jonge bold eagle. Even later kwamen we langs een rots eilandje dat vol lag met zeeleeuwen. Ze kwamen als een groep gangsters naar de boot toe gezwommen alsof ze wilde zeggen “wat motten jullie?” echt heel leuk. Voorbij de rots zagen we zee otters zwemmen tussen het kelp, op zoek naar zee egels om op te peuzelen. En als kers op de taart.. ja hoor.. vier enorme humpback whales. Vlak bij de boot! Echt magisch gewoon. Ik kreeg er tranen van in m’n ogen. Eentje was aangevaren en had een enorm litteken over z’n hele rug lopen, sindsdien durfde hij de baai niet meer uit, verdrietig! Een half uur lang zwommen ze om ons heen, wat een feest!
Verder hebben we nog een stuk van de wild coastal trail gelopen. Prachtig maar erg toeristisch. Ucluelet ligt aan een doodlopend end dus we moesten weer terug over dezelfde highway 4. Maar dat was absoluut geen straf. Wel waren we ons na de beren en herten confrontaties iets meer bewust van het risico van wildlife dat op de weg springt. In Ucluelet zelf zie je trouwens ontzettend veel herten, die voelen zich veiliger in het dorp omdat daar geen beren zitten. Maar voor ons wel extra oppassen. De terugweg geprobeerd om wat meer achter grotere campers te rijden om risico op wildlife aanrijdingen te verminderen. Ook was ik voor het eerst blij dat Erik een overdreven hard knetterende uitlaat heeft die de dieren ver van tevoren waarschuwt (er opgezet door de vorige eigenaar).
Geslapen in Coombs, het vinden van een camping was een kleine nachtmerrie maar uiteindelijk toch iets gevonden bij een manege. De volgende dag twee ferry’s gepakt naar Victoria. Dat ging super soepel. Als motorrijder heb je echt geluk op de ferry’s. Ze vinden bijna altijd wel een plekje voor je zelfs als de boot vol is. En.. je mag iedereen voorbij rijden die in de rij staat, whiieuw! Vlak buiten Victoria gekampeerd op een tent en breakfast! Fantastisch! Was gewoon een klein campinkje bij mensen in de tuin en daar kon je een heerlijk ontbijt bij bestellen. ’s Avonds snel nog even de ferry gereserveerd naar de USA (Port Angeles) en vroeg ons tentje ingedoken. De volgende dag vroeg op, alles ingepakt en vervolgens een heerlijk ontbijtje geserveerd gekregen, scrambled eggs met eitjes van eigen kipjes, kaneel broodjes met huisgemaakte jam, sapje en zo veel koffie als je maar wil (dat hoef je niet twee keer tegen Erik zeggen) Een half uur later stonden we bij de ferry terminal. Gelukkig waren we op tijd want het was weer een hoop papierwerk, weer een ondervraging en toen bleek ook dat we geen ESTA hadden omdat we dachten dat die van Canada ook in de USA geldig was. Was niet zo. Toen we wilde betalen voor de ESTA deed de credit card het niet, natuuuurlijk nu niet, eerste keer dat het ding het niet doet aargh! Gelukkig mochten we door zonder te betalen van de douane, als we een biertje op z’n gezondheid zouden drinken, lief!
Op de overtocht wachtte ons nog een leuke verassing. Een blue whale dook op een eindje van de boot. Wat een geluk! Ook een stuk of 4 dolfijnen kwamen ons verwelkomen. Nu zitten we op een camping aan zee. We kunnen Cananda nog zien liggen aan de overkant van het water. We waren vroeg dus nog even gewandeld langs de kust en allemaal zeesterren en zee anemonen in knalle kleuren gezien in de getijden poeltjes. De vriendelijke buren gaven ons een hele stapel brandhout die ze over hadden dus we zitten lekker warm aan ons eigen kampvuurtje te kijken naar de kleine chipmunks (knabbel en babbel eekhoorntjes) die in de bomen en tussen de tenten door rennen. Net even getest of je inderdaad een blik soep in z’n geheel kan opwarmen op het vuur zoals je altijd op van de survival instagram foto’s ziet. Yep dat kan prima haha! En we hebben net een racoon gezien die er met ons afval vandoor wilde gaan. Toch net even wat te lang laten liggen. Wat zijn die groot trouwens! We zijn hier gekomen over de 101, de Pacific Coast Highway. Die verbind Canada met Mexico en gaat helemaal langs de kust. Het schijnt een schitterende route te zijn. Dus die blijven we voorlopig maar volgen. Benieuwd wat USA ons allemaal gaat brengen..
Geef een reactie