“Your life rocks when your house rolls” Ik lees de oneliner op de camper voor ons en moet glimlachen. Dat gaat zeker op als je in een camper woont, maar als je huis een boot is ligt dat toch anders. Vandaag een blog vanuit een onverwachte plaats, namelijk ons knalgele Mercedez camperbusje Stef Bus, die momenteel geparkeerd staat in de werf in sprankelend Stad aan het Haringvliet. Het is vrijdagmiddag, Erik probeert met wisselend succes in een gietijzeren pan popcorn te maken voor bij de fles appelcider die zo opengaat. De meiden liggen op hun buik op onze skateboards en glijden de parkeerplaats over. Eigenlijk hadden we al weg willen zijn maar hoe ging die uitdrukking ook alweer? Iets met plannen van zeilers die in het zand geschreven staan met laag water…
Afgelopen zondag zijn we hiernaartoe gevaren vanuit Zuid-Beijerland. Op een voor ons bijzondere dag. Precies zeven jaar geleden stapten we in dezelfde haven in het huwelijksbootje, de boot van Eriks ouders die ons naar het eiland Tiengemeten bracht om daar te trouwen. En nu, 7 jaar later en twee kleintjes erbij, voerden we met ons eigen bootje de haven uit voor weer een heel ander avontuur.
De twee maanden in onze ‘thuis haven’ zijn voorbij gevlogen. Het was heerlijk om weer even de rust te ervaren van een vaste basis. Vanuit onze box hadden we een prachtig uitzicht over het Haringvliet en het wel en wee in de rest van de haven. Elke ochtend werden we wakker met alleen maar de geluiden van wind en water, of het minder prettige geluid van een meeuw die luidruchtig over ons dek scharrelde. Langzaam aan kregen we weer een normaal dagritme. De meiden konden weer even terug naar hun vertrouwde opvang met de lieve juffen die ze zo goed kennen, en wij konden verder met alle klusjes en voorbereidingen. De sfeer in het kleine verenigingshaventje was erg fijn. Het was er gezellig en er hing een groot gevoel van gemeenschapszin. Mensen scharrelde door de haven, waren bezig met hun bootjes of zaten op het terras voor het havengebouwtje voor een borrel. Er was altijd wel tijd voor een praatje en als je ergens hulp bij nodig had werd er altijd met je meegedacht. De buur- en overbuur bootjes aan alle kanten bleken met hun gezelligheid, adviezen en hulp bijzonder waardevol..
Langzaam aan werd ons bootje steeds mooier. Ze kreeg een nieuwe, grotere buiskap van onze oude buurman Niels, die toevallig zeilmaker is. Zodat er ook twee beschutte zitplaatsjes zijn in de kuip voor twee paar kleine billetjes. De boot werd officieel door ons herdoopt, wat natuurlijk gepaard ging met een woordje voor Neptunes, en de nodige chique alcoholische versnapering die helaas grotendeels over de romp moest verdwijnen. En alsof hij ons gehoord had kregen we zowaar de volgende dag bericht dat onze nieuwe naam ook eindelijk doorgevoerd was in de AIS, iets waar we al weken op aan het wachten waren. Toeval…? Tsja..wie zal het zeggen haha? De camperwasmachine die niet opgewassen bleek tegen het slagveld dat onze twee vlekkenmonsters achterlaten op hun kleding, werd vervangen door een hip Koreaans model die je aan de wand kan installeren. De Garfield kwam langs, vader Herman en dochter Isabelle kwamen net terug van een rondje Cariben en hun windvaan, buitenboordmotor, jerrycans en iridium go werden overgeladen. Diezelfde middag kon iedereen aan de slag met het hozen van een prachtig houten Waarscheepje dat half gezonken naar binnen gesleept werd (de bemanning was vermoedelijk tegen een strekdam gevaren waardoor er een scheur achter de kiel was ontstaan.) Gelukkig wisten we het scheepje boven water te houden en even later werd het op een trailer geladen en afgevoerd naar de werf. Het was het tweede slachtoffer van de nietsontziende strekdammen, een week ervoor hadden we met de eigen boot een ander bootje van de strekdam moeten slepen dat er op vastgelopen was. Vervolgens investeerden we nog even goed in veiligheid. Een nieuw reddingsvlot kwam aan boord, evenals MOB’s voor aan de reddingsvesten, reddingsboei en joon. Zeilend huisarts Rob van RSMS kwam onze speciaal voor de reis samengestelde EHBO koffer brengen met benodigde medicijnen (genoeg om een heel weeshuis mee plat te leggen) en leerde ons nog even hoe je een infuus aanbrengt, een verdoving zet, een wond hecht en nog meer dingen die je op een normale EHBO cursus logischerwijs niet krijgt. Toen ik met een oefen arm vol gapende nep wonden zwaaide naar een voorbijgaande bootbuurvrouw keek ze geschokt op. We zochten een bijboot uit en testte die op een toch net iets te ruige dag zodat we drijfnat, binnen een paar minuten en met huilende kinderen, weer terug de haven in voeren, oeps. In een van de laatste weken ging onze boot nog een keer de kant op om te kijken naar waar die rare piep vandaan kwam die bij steeds hogere toeren te horen was. Er bleek een seal van de schroefas vervangen te moeten worden en tijdens het schoonspuiten van het onderschip ging er zoveel anti-fouling af dat die eigenlijk ook opnieuw zou moeten. Dat betekend er nog een keer uit, een flinke tegenvaller want we waren er bijna en wilde ondertussen echt wel weg. Maar wat moet dat moet en dus maakten we een afspraak bij een werf in de buurt voor de week na ons vertrek.
Ondertussen begon langzaamaan toch ook het afscheid nemen. Meerdere vrienden en vriendinnen kwamen langs voor een laatste zeiltochtje en sommige bleven kamperen op het veldje naast de boot. Vriend Midas kwam langs om alvast wat spullen te brengen, hij stapt in Sevilla aan boord. Regelmatig werd er gezellig gejamd, met vrienden of met toevallig passerende muzikanten van andere boten. We voeren nog eens naar Tiengemeten om bevers te spotten en de natuurspeeltuin onveilig te maken, vooral de modderglijbaan was een groot succes, de vele horzels waren dat minder. Deden nog één keer boodschappen op onze favoriete zaterdagmarkt in Rotterdam. Aten nog één broodje bij die goede traiteur. Tess en Yolien namen definitief afscheid van het kinderdagverblijf waarbij vooral ikzelf en de juffen het niet droog hielden. En toen we toch nog de verjaardag van Tess en tegelijkertijd die van Yolien vierden zodat familie daar nog bij kon zijn, kwam gelijk het tweede afscheid, dat van Eriks familie.
En daarna kwam de vertrekdatum toch echt in zicht. Op de dag zelf ben ik nog één keer de dijk op gelopen om wat ik gekscherend altijd het bruisende Zuid-Beijerland noemde te zien liggen. Ons oude huis kon ik net niet zien. Het voelde helemaal ok, verdrietig maar ok. Altijd hebben we geweten dat daar wonen tijdelijk was, dat het een fijne rustige plek was voor nu, een uitvalsbasis voor andere plannen, maar dat we er niet wilde blijven. Dat wil niet zeggen dat het me koud laat. 8 Jaar aan herinneringen kwamen voorbij, veel goede en een paar mindere. Het eerste huis wat we samen kochten. Alle klusjes die we gedaan hebben waardoor het steeds mooier werd. De moestuin, de kat en de kippentjes. De plek waar we ons trouwfeest vierden, waar ik mijn eigen bedrijfje begon. Maar ook de plek waar Erik herstelde van zijn gebroken nek. Het huis vanwaar we onze grote motorreis voorbereidde om het vervolgens te verhuren en het bij terugkomst behoorlijk verwaarloosd aantroffen. Het huis waar we “opgesloten” zaten tijdens corona. En niet lang daarna het huis van allebei mijn zwangerschappen. Maar ook het huis waar ik in een diep dal terecht kwam na de bevalling van Tess. Het huis waar wij een gezin werden en heel veel heerlijke herinneringen gemaakt hebben, en natuurlijk het huis van de voorbereidingen voor deze reis..
Na nog een laatste uitzwaai moment van die lieve havenmensen, en een hoop ingewikkeld gedoe met landvasten (met 20 knopen wind een box uitvaren die maar 15cm breder is dan je boot is niet ideaal) voeren we richting Stad aan het Haringvliet. En daar bivakkeren we nu dus. De boot is uit het water en wij verblijven in ons bussie, dat nog niet naar de stalling was. Want om elke dag via een ladder met de meiden de boot in en uit te klimmen vonden we niet zo’n goed idee.
Er is hier verder niks te doen. En met niks bedoel ik ook echt niks. Er is hier geen supermarkt, geen gezellige horeca, geen winkels.. echt helemaal niks. Behalve een kerk, een nogal nadrukkelijk aanwezige kerk. Eén met minstens drie diensten per dag -elke dag- aan de veelvuldig en langdurig klinkende klokken te horen. Maar we staan hier rustig op een veld met groen en strategisch naast de speeltuin. Aan weerszijde groeien appel en perenbomen met appels en peren die rijp zijn. Als we even niet opletten gaat Yolien er met een bezemsteel vandoor en zie we vanachter de heg een klein handje met steel dat zorgvuldig de ene na de andere appel uit de boom mept, gevolgd door kort gejoel. Bramen weet ze ook al te vinden. De gemiddelde fruitconsumptie is gestegen naar 4 a 5 stuks per dag, zolang ze geen buikpijn krijgen hoor je mij niet klagen. Nog een paar dagen en dan zijn we hier klaar. Dan volgt het laatste afscheid, van mijn familie. En vervolgens maken we nog een korte stop in Oude-Tonge voor het instaleren van de watermaker. Hopelijk gaan we daarna echt alleen nog maar naar het zuiden voorlopig.
Geef een reactie