Na de holy campground zijn we doorgereden over de Avenue of the giants, met nog meer enorme sequoia’s. Wat zal ik er van zeggen, het was weer prachtig! Keer drie, we waren namelijk vergeten te tanken. En het dichtstbijzijnde tankstation was weer helemaal terug, voorbij de camping. Dus hebben we drie keer over de Avenue of the giants gereden. Het was een super hete dag maar in de schaduw van de bomen was het goed toeven. Een ijskoffie gehaald in Miranda en daarna de 101 weer opgereden. Dat was echter niet te doen. Zo warm.. en met die hitte profiteer je ook niet meer van de rijwind, die rijwind is er nog wel maar het is dan meer of je tegen een warme föhn in rijd. Ik ben gek op van die lullige gadgets uit de outdoorsport winkel. Dus ik heb een noodfluit/thermometer/loep/kompas ding aan mijn jas hangen. Daarop stond dat het 35 graden was. Na een kwartiertje föhnen was het wel mooi geweest en hebben we de eerste de beste camping op gezocht met veel bomen. Die was lelijk en ongezellig.. maar er waren bomen..
De volgende dag hebben we de 101 verruild voor de veel rustigere 1 langs de kust. Fantastische weg en heel goed om je bochtjes te oefenen. Als er op je gps staat dat je 3,5 uur gaat doen over 145km dan weet je wel hoe laat het is haha. Na heel veel zoeken i.v.m. labor day vonden we een camping met plek in Gualala, een dorpje aan de kust ongeveer 200km van San Francisco. We hadden heel veel geluk dat we nog een plekje konden vinden op die camping, want werkelijk alles van San Francisco tot en met 300km land inwaarts was volgeboekt. Eigenlijk was het een “hikers en bikers” plekje wat alleen voor 1 nacht te boeken was maar we hebben de receptionistes met onze grote blauwe ogen lief aangekeken en gevraagd of we tot maandag mochten blijven. En grote blauwe ogen heb ik, de een wat groter dan de ander op het moment. Ik had en heb nog steeds, namelijk een dik blauw linkeroog, oeps! Ik was een beetje dom en had tijdens het rijden heel even mijn vizier open gezet om de frisse zeewind te ruiken, en toen was het PATS! Een enorm insect vloog mijn oog in, ik weet niet wat het was maar het was zwart, rond en groter dan een hommel. Misschien was het wel een hummingbird. Dat zou wel ironisch zijn want Erik is de enige die ze steeds ziet en daar baalde ik van haha. Dat met zo’n 75km per uur was geen feestje. Ik kon nog net een éénogige noodstop maken want het deed behoorlijk pijn. Gelukkig heb ik wel m’n oog dicht gedaan dus verder geen schade aan mijn oog zelf, en gelukkig, gelukkig zie ik alles nog helder. Word een beetje lastig rijden anders.
Gualala bleek niet alleen een leuke naam, het was ook een leuk dorpje. Gelukkig maar want we moesten er 4 dagen doorbrengen tot labor day over was. We zijn naar de farmers market geweest en hebben allemaal lekkers gehaald. Je hebt hier op zaterdag overal van die leuke farmers markten die heel erg doen denken aan de Rotterdamse Oogst markt. Met allerlei specialiteiten uit de streek, life muziek en een “eetpleinje” De volgende dag gewandeld. Bij gebrek aan wandelroutes hebben we zelf maar een stuk gewandeld door het bos en liepen langs en door de rivier terug. Daar vonden we een rots waar we vanaf konden springen in de rivier. Ik had geen zwemkleding maar Erik heeft zich in z’n korte broek goed vermaakt . Verder hebben we een recept voor vers gemaakte pan pizza op het kampvuur geperfectioneerd. pizza op het kampvuur? Ja dat kan zeker, hij is echt super goed geworden. Gietijzeren pan, laag platte riviersteentjes er in. Pizza op aluminium folie op de steentjes. Alles op de hete kolen. Deksel er omgekeerd bovenop en daar een laag kolen in. Echt verbazend hoe goed dat werkt als oventje. De receptionistes kregen ook een stuk natuurlijk. ‘S avonds hadden ze karaoke. Wat een feest, uhum. Maar het werd nog leuker, want naast de karaoke die door de camping werd georganiseerd, stond er op het groepsveld een hele familie Chinezen die hun eigen karaoke set mee hadden. Compleet met enorm scherm en geluidsboxen. En die gingen lekker door elkaar heen blèren de hele avond, hihi afschuwelijk!
Na die dagen in Gualala zijn we verder gereden langs de kust. Onderweg hele vreemde zeemist. Het landschap word steeds droger, alle velden zijn geel en als je water op de grond laat vallen komt er een stofwolkje omhoog. We zien ook steeds meer brandweer op de weg en overal staan de bordjes die het risico op brandgevaar aangeven op High. We wilde graag naar het Reyes park om de Andreas breuklijn en een kaap met zee olifanten te zien voordat we San Francisco ingingen. Dus hebben we nog twee dagen op een andere camping gestaan in het Taylor nationaal park. Wederom een prachtige camping in het bos. Alleen weer geen douche. Uit pure wanhoop na weer zoveel dagen niet kunnen douchen hebben we maar op de ouderwetse manier zwemkleding aangetrokken en pannetjes heet water over elkaar heen gegooid. Beetje armoedig maar werkt wel haha. Het dorpje bij de camping, Point Reyes station was een echt hippie dorpje. Met vooral heel veel oudere hippies en een hele gemoedelijke sfeer. De Andreas breuklijn was leuk maar niet heel spectaculair. Je ziet er gewoon weinig van omdat het eigenlijk te groot is. Het enige zichtbare van de aardschokken was een hek dat doormidden was gebroken en waarvan het tweede deel een paar meter was opgeschoven. Maar de bijgaande informatie borden waren wel interessant. De kaap met de zee olifanten was wel heel gaaf. Het was er super mistig maar tegelijkertijd heel warm dus je zag de trillingen van de warmte en de mist tegelijkertijd boven de weg wat er heel bijzonder uitzag. Verder zagen we op de koop toe drie coyotes door de droge velden lopen. Super gaaf! De zee olifanten zelf waren ook heel leuk om te zien. Lelijke beesten zijn het wel, vooral die mannetjes met die gekke slurf op hun hoofd. En zo dik haha, dikke hobbelende klompen vet.
Vanaf de camping doorgereden naar San Francisco. Nog meer hippie achtige dorpjes en ik besloot dat het maar Neil Young moest worden in mijn oortjes vandaag. We hebben de instellingen gevonden waarmee we muziek kunnen luisteren vanaf onze telefoon via het communicatie systeem van de helmen. Begin van de middag zijn we aangekomen in San Francisco. We zitten hier in een knus hotel met jawel.. een bad! En allemaal luxe flesjes met spul, waaronder conditioner. Dat vind mijn inmiddels touwachtige haar heel fijn. Motorrijden is niet goed voor haar is me inmiddels duidelijk geworden. In het nachtkastje ligt deze keer de lering van Buddha, maar in het ander nachtkastje kwamen we ook de bijbel tegen. Het eerste toeristische hoogtepunt hebben we al gezien. We kwamen de stad binnen over de Golden Gate Bridge. Dat was leuk, maar het was vast leuker als ie niet compleet in de mist hing zodat je ook het uitzicht kon zien haha. Ach je kan niet alles hebben he! Bovendien kijk ik toch alleen maar star vooruit want om eerlijk te zijn houd ik niet zo van de bruggen hier. Die zijn namelijk heel hoog en heel lang, maar dat is niet het ergste, ze hebben geen vluchtstrook. En dat vind ik drie keer niks, want hoe moet dat dan als ik weer een éénogige noodstop moet maken? (nee hoor, ik heb mijn vizier nu braaf altijd dicht) Maar toch.. Daarna nog wel even gestopt om een mooie foto te maken van de brug zelf. We hebben net een wandelingetje gemaakt door de buurt en lekker wat gegeten. We zitten in de wijk Fishermans wharf. San Francisco maakt een hele relaxte indruk. Morgen gaan we er op uit. Nu liggen we lekker te luisteren naar de ruwe versie van de nieuwe CD van Trigg & Gusset. Natuurlijk ben ik ontzettend bevooroordeeld maar het klinkt weer super goed en van sommige liedjes krijg ik echt kippenvel op mijn armen.
Ondertussen is het al weer meer dan een maand geleden dat we onze motoren startte en Vancouver uitreden. (29 augustus) Dus ik dacht.. tijd voor een kleine terugblik. We hebben ruim 3500km gereden. Dat is gemiddeld 100km per dag. Ongeveer wat we verwacht hadden te rijden. We lopen dan ook nog prima op schema, voor zover we een schema hadden. Het kan veel sneller natuurlijk. We zijn bijvoorbeeld op dezelfde dag vertrokken als een andere overlander uit het hostel. Hij is op zijn motor eerst helemaal naar Anchorage Alaska gereden, toen weer helemaal terug en inmiddels heeft hij ons ingehaald en is nu net voorbij San Francisco. Hij gaat vooral over de snelwegen en slaapt in motels. Rijd soms tot ’s avonds laat door en stopt alleen in de grote steden. Maar dat is dan een hele andere manier van reizen dan wij doen. Het kamperen en het zelf koken neemt toch best veel tijd in beslag. We rijden meestal over 80 wegen waar je ook niet altijd 80 mag, en pakken ook nog wel eens een stukje offroad mee. Daarbij komt dat we vaak lekker lang slapen en rustig aan doen. ‘S ochtends moet er uitgebreid worden ontbeten en daarna koffie gedronken. Daar doen we al een uur over haha, en dat is nog optimistisch. En dan gaan we pas inpakken. Meestal rijden om 10u weg. Dan is het al snel tijd voor een tweede koffie stop en een snackje. Stukje rijden, hé het is alweer lunchtijd, en er moet ook nog ergens boodschappen worden gedaan. En dan komt er weer iemand een kletspraatje houden. Stukje rijden. Komt er een leuk uitzicht punt voorbij, of een leuk klein wandelingetje naar dit of dat, “zie ik daar nou een zeehond?” “Oh kijk een schattig marktje, zouden ze daar goede koffie hebben?”. Stukje rijden. Oh er moet weer getankt worden en gestopt voor een snack, en een kletspraatje gemaakt met die aardige motorrijders. En dan gaan we tegen het eind van de middag een camping zoeken want alles moet ook weer opgezet en dan moet er gekookt worden. Daarnaast nemen we om de 5 dagen 1 of 2 dagen rijvrij. Dat is echt wel nodig. En blijven we ook lekker lang hangen in alle natuurparken. Kortom, wij blijken echte slowpace travelers haha. Maar daar zitten we eigenlijk helemaal niet mee. Want we genieten heel wat af zo.
De motoren hebben het tot nu toe ook heel goed gedaan. (afkloppen keer twee) De kilometer teller van mijn motor is nog niet gemaakt en hij gaat nog steeds moeilijk in z’n neutraal. Het lijkt erger te worden door de dag heen. Ivo van fourstroke service in Heeze, die voor ons ook de motoren rijklaar heeft gemaakt voor de reis, wees ons er op dat het aan de ketting spanning kon liggen. Die mocht inderdaad wel wat strakker. Maar helaas is het daarmee nog niet opgelost dus we moeten nog even verder zoeken. Wel super fijn dat we hem zo van een afstand om advies kunnen vragen. Eriks motor heeft nergens last van en rijd als een zonnetje. We zijn nog steeds blij met de keuze voor deze motoren. Omdat ze lekker wendbaar zijn en ze het zowel op de weg (als je geen 140 rijd) als offroad super goed doen, zelfs met bagage. Verder zijn we ook heel tevreden met onze kampeer set. En de keuze om voor iets meer comfort te kiezen in plaats van snel opgezet en super klein. Onze ruime katoenen tent is nog steeds een feestje om in wakker te worden. En de dikke luchtmatrasjes ook. De stoeltjes zijn ideaal en verder zijn we super blij dat we onze instrumentjes mee hebben genomen want die gebruiken we echt veel. Ik denk dat we elke dag twee keer 45 minuten bezit zijn met het op en afbreken van ons kamp maar na dat zo’n 25 keer gedaan te hebben zijn we het nog niet zat.
Eigenlijk hebben we niks te klagen over de spullen. Het zijn vaak de kleine dingen die het net wat comfortabeler maken waar we blij mee zijn. Zo ook bijvoorbeeld het koffie zet percolatortje, zodat we tenminste echt goede koffie kunnen maken. Wat tot nu toe overbodig is gebleken.. kleding, we hebben allebei nog steeds te veel kleding mee. En met name de binnen voering van allebei onze motor broeken en jassen hebben we helemaal niet gebruikt en naarmate we naar het zuiden rijden acht ik de kans klein dat dat ooit nog gaat gebeuren. Ook overbodig. Helmmutsjes, bivakmutsjes voor onder je helm, zodat je helm niet gaat stinken als je hem zo veel gebruikt, ik geloof niet dat het ons wat uitmaakt of die helm gaat stinken of niet. Bij ons ruikt toch alles de hele dag naar kampvuur en verder ruiken we niks. Ik noem dat lieflijk het “Parfum des sauvage”. Het liefst zouden we wat naar huis sturen maar dat kost bijna nog meer dan nieuwe voeringen kopen. Iets wat wel tegenvalt is hoe duur het hier is. Vorige maand hebben we drie keer zoveel uitgegeven als ons budget toeliet. Dat kunnen we echt niet lang volhouden. Nu het hoogseizoen voorbij is word alles wel wat goedkoper.
Met onszelf gaat het ook goed. We voelen ons fit en zijn goed gemutst. We genieten heel erg van de natuur en het elke morgen wakker worden in een mooi bos of aan het strand, wat een feestje! Al met al zijn we heel erg dankbaar. Dankbaar voor wat we al gezien hebben. Alle mooie natuurparken en de leuke beestjes. Voor de mensen hier is dat normaal maar ik kijk echt mijn ogen uit. Tegelijkertijd bedenk ik me dan dat de natuur in Nederland nog maar weinig voorstelt vergeleken met hier. Verder zijn we dankbaar voor alle leuke mensen die we ontmoeten. En voor het feit dat het ons überhaupt gelukt is om toch nog op reis te gaan. Dat het is gelukt om het huis te verhuren, het geld bij elkaar te sprokkelen etc.etc. En die dankbaarheid is alleen maar meer geworden omdat we zoveel mensen tegenkomen die ons aanmoedigen en dingen zeggen als “oh dat had ik ook ooit zo graag willen doen, maar nu kan het niet meer want…(kinderen, carriere, gezondheid etc.) “ En stiekem ben ik ook best trots. Niet omdat ik ons nou zo ontzettend stoer vind op onze motoren ofzo. Maar omdat we een plan hadden en dat doorgezet hebben. En dat nog geen jaar na Eriks ongeluk. Zelfs al zouden we vanavond besluiten dat we naar huis willen, dan blijf ik toch trots op hoe ver we al zijn gekomen.
Om nog even terug te komen op die natuur (ja alweer). Ook wij krijgen al het nieuws binnen van de brandende bossen. Eerst in de poolgebieden, nu in de Amazone. Dat maakt het voor ons soms wel extra schrijnend. Juist omdat we zo veel door prachtige bossen hebben gereden de afgelopen maand. Nu wil ik niet de vervelende vegan uithangen.. (of misschien wel gnagna) Maar dan zie ik heel social media vol staan met berichten over hoe erg dat is en dat we allemaal zo graag iets willen doen. De amazone brand vanwege boeren die daar voornamelijk soja voor vee willen verbouwen of veeteelt willen bedrijven. Voor ons westerse mensen. Kan je dat die boeren kwalijk nemen? Nee lijkt me niet, als jij onder de armoede grens leeft maakt het je geen bal uit wat er met het milieu gebeurd, zolang je gezin maar te eten heeft ’s avonds. Waar ik naartoe wil. Ik vind voeding heel interessant, niet alleen omdat het lekker is en ik vrolijk wordt van koken. Maar vooral omdat wat je iedere dag eet, eigenlijk ook iedere dag je stembiljet is. Juist omdat de voedselindustrie een zeer groot deel van de economie is en daarmee raakt aan veel wereldproblemen zoals verlies aan biodiversiteit, uitstoot van CO2, armoede, gezondheid, maar ook industrie (kunstmest fabriek zijn ontzettend vervuilend), Plastic vervuiling en transport ( denk aan al die soja die dus naar Nederland moet komen). Kies je voor producten met palmolie waar hele oerang oetang leefgebieden voor gesloopt worden? Knijp je liever een oogje dicht want het is zo ingewikkeld allemaal en straks kan je niks meer eten?. Dierenleed of niet. Fairtrade of uitbuiting? Biologisch of nog meer insecten sterfte? Vega of afgebrande amazone? Ver weg of lokaal? En Gmo’s?Het blijft fascinerend. En ja ik weet dat sommige keuzes duurder zijn en daardoor niet voor iedereen weg gelegd, daarom vind ik ook dat de btw voor dit soort producten verlaagd moet worden. Maar er is genoeg wat je wel kan doen, iedere dag weer, en dat is tegelijkertijd ook het mooie er aan, want dat maakt het heel toegankelijk. Als we daar allemaal net iets meer bij stil zouden staan.. Ook wij vroegen ons af wat wij nog kunnen doen. Die bossen zijn afgebrand, en wat nu? Het heeft ons doen besluiten om contact op te nemen met WeForest. Een organisatie waar ik al een tijd achter sta. WeForest heeft verschillende herbebossings projecten over de hele wereld. Daarbij maken ze gebruik van de het voedselbos principe. Het voedselbos principe komt voort uit de permacultuur en is, heel kort door de bocht, een bos met 7 lagen eetbare kruiden, planten en bomen dat uiteindelijk gaat werken als een zelfstandig functionerend ecosysteem. Het is dus een combinatie van bos en landbouw. In Nederland word er volop geëxperimenteerd met voedselbossen door Wouter van Eck met zijn stichting voedsebosbouw nederland www.voedselbosbouwnl.nl En internationaal gebruikt WeForest dit principe voor herbebossing, bijvoorbeeld voor herstel van een orang-oetang reservaat op Borneo. Ook leggen ze wildlife coridors aan om het leefgebied van sommige wilde dieren te vergroten, en zijn ze actief in de Amazone. Zorgen ze voor werkgelegenheid voor de lokale bevolking en zijn ze duidelijk in hun resultaten. Daar plukt iedereen dus letterlijk en figuurlijk de vruchten van haha. In overleg met Louise van WeForest hebben we besloten om met onze reis aandacht te vragen voor hun organisatie. Vandaar dat jullie straks ook een link van hen op onze website gaan zien. Als je iets wil doneren of gewoon wat meer wil lezen kan je op die link klikken.
Morgen gaan we lekker genieten van San Francisco. Daarna gaan we een stukje naar het zuiden naar Santa Cruz.. de bakermat van de surfcultuur.
Geef een reactie